Ga naar de inhoud

Lees hier een fragment uit Vlinders voor Britt

Vlinders voor BrittDe hele dag was het druk geweest in de winkel. Inmiddels was het einde van de werkdag in zicht en Britt zag er nu al tegenop dat ze nog twee hele dagen moest werken, terwijl haar kinderen bij hun vader waren. Omdat ze komende maandag vrij zou zijn omdat het de eerste echte schooldag van Gijs was, had ze wel een erg lang weekend waarin ze kon bijkomen van de drukte van de werkdagen. De drukte in de winkel was te verklaren door de laatste vrije dagen van alle scholieren en Britt wist dat het vanaf volgende week op werkdagen een stuk rustiger zou zijn in de winkel.
Britt stond achter de balie en verwerkte wat administratie en bonnetjes van geretourneerde artikelen. Er waren enkele klanten in de winkel, van wie er twee geholpen werden door andere personeelsleden. Britt zag een man met twee kinderen naast zich de winkel binnenkomen. Ze was enigszins verbaasd, want het gebeurde niet vaak dat een vader met zijn kinderen langskwam om kleding voor ze te kopen. Ze kon zich niet herinneren dat ze de man eerder gezien had, maar had wel het gevoel dat ze hem ergens van kende.
‘Britt!’ Haar jongste collega kwam naar haar toe. ‘Kan je opzoeken of deze een maat kleiner op voorraad is?’
De man stond met het meisje aan zijn hand te kijken naar een mand met uitverkoopartikelen, terwijl het jongetje de speelruimte voor kinderen had gezien en daar naartoe was gegaan. De man stond niet ver van de balie vandaan.
‘Ja, geef maar.’ Britt pakte het kledingstuk aan en had het binnen enkele seconden gezocht in de computer. ‘Het is op voorraad. Als je haar gegevens vraagt en ze nu betaalt, kunnen we het gratis opsturen.’
‘Bedankt.’ De hulpkracht liep terug naar de klant die ze aan het helpen was.
‘Britt?’ De man was voor de balie komen staan en had zijn dochtertje opgetild.
Britt keek verbaasd op omdat hij haar naam kende.
‘Britt Bakker? Wat is dat lang geleden, zeg. En wat toevallig dat ik je hier tegenkom.’
Ze had al gevoeld dat ze hem ergens van kende, maar ze wist nog steeds niet waarvan. ‘Ehh…’ Britt wist niet goed wat ze moest zeggen.
De man glimlachte. ‘Je herkent me vast niet meer. Ik ben Marcus, de buurjongen.’
‘Oh. Wauw.’ Nu wist Britt pas wie hij was. ‘Dat is inderdaad lang geleden.’ Ze kon hem zich vaag herinneren en realiseerde zich dat ze hem sinds de brugklas niet meer gezien had. Hij was een jaar of vijf ouder dan zij en had na zijn middelbareschooltijd de keuze gemaakt om in het buitenland te gaan wonen. Ze gingen zelden met elkaar om en hadden elkaar sindsdien ook nooit meer gesproken. Britt hoorde af en toe iets over Marcus als ze bij haar ouders was of met haar oude buren sprak, maar ze had niet verwacht dat ze hem tegen zou komen. ‘Ben je terug in Nederland?’
‘Ja.’ Marcus knikte en zette zijn dochter op de balie weg. ‘We wonen weer hier. Bij mijn ouders, tijdelijk.’
‘Dat meen je niet.’ Britt keek verbaasd. ‘Daar hebben mijn ouders me niets over verteld.’
‘Wonen ze ook nog daar?’ Marcus was ook verbaasd.
‘Jazeker.’ Britt glimlachte. ‘Nog steeds naast jouw ouders.’
‘Ik heb ze nog niet gezien.’ zei Marcus. ‘Maar we zijn ook pas twee dagen terug.’
‘Blijf je echt in Nederland?’
‘Ja.’ Marcus knikte. ‘Je vindt het leuk hier, toch Lilly?’ Hij keek zijn dochtertje aan.
Ze knikte.
‘Je ouders zullen wel blij zijn dat jullie hier zijn.’ dacht Britt.
‘Mijn ouders vertrekken over een paar dagen naar Spanje.’ Marcus glimlachte. ‘Met de camper, voor een week of zes, zoals elk jaar.’
‘Echt waar?’
‘Ja, maar dat komt goed uit, want dan heb ik rustig de tijd om aan het Nederlandse leven te wennen, net als die andere twee.’
Britt knikte.
‘Wat komen we hier kopen, Lilly?’ Marcus keek naar zijn dochtertje.
‘Jas.’ Lilly glimlachte.
‘Oh ja, een jas.’ Hij zuchtte. ‘Ergens tussen Canada en Nederland zijn we die verloren. Hebben jullie nog zomerjassen voor meiden?’
Britt knikte. ‘Ja, daar aan het rek naast die paspop.’
‘Dankjewel.’ Marcus tilde Lilly van de balie af. ‘Kom, we gaan een mooie jas voor je uitzoeken.’

Verder lezen