Ga naar de inhoud

Lees hier een fragment uit Fleur in vuur en vlam

Fleur in vuur en vlamFleur was vrijdagochtend om elf uur begonnen met werken. Tegen half een had ze de eerste gasten van hun lunches voorzien. Omdat het vrijdag was, was het aardig druk rond lunchtijd en Fleur keek dan ook niet verbaasd toen ze in een van de andere zalen van het ruime pand wat rumoerigheid hoorde. Ze wist dat de achterste zaal voor de lunch en enkele uren daarna was gereserveerd voor een groot feest en ze was blij dat ze de normale gasten mocht bedienen in het restaurant. Bij grotere groepen had Fleur vaak het idee dat de klanten niet zo snel tevreden waren, maar de gasten die in het normale restaurant zaten, hadden het meestal prima naar hun zin en vonden het eten heerlijk. Pas toen Fleur richting de keuken liep om wat na te vragen aan een van de koks, kwam ze erachter wat er zich vlakbij had afgespeeld.
‘Heel erg bedankt.’ hoorde ze een vrouw zeggen.
‘Graag gedaan.’ De manager stond achter de kassa in de ontvangsthal. ‘Ik hoop dat alles goed komt met haar.’
‘Wat is er aan de hand?’ Fleur keek verbaasd naar haar manager. Toen ze vorig jaar fulltime in het restaurant werkte had ze de rol van assistent-manager op zich genomen en nu nog hielp Fleur de manager met regelmaat.
‘Er is een vrouw van het opstapje gevallen.’ De manager keek haar aan. ‘Joyce brengt haar nu naar het ziekenhuis.’
‘Is het erg?’ wilde Fleur weten.
‘Waarschijnlijk een gebroken enkel.’ dacht de manager. ‘Gelukkig heeft de rest van het restaurant er niets van meegekregen.’
‘Oh, dit gaan ze niet leuk vinden…’ De vrouw die erbij stond zuchtte.
‘Wat niet?’ informeerde Fleur vriendelijk.
‘De bruid en bruidegom zouden zo een fotoshoot gaan doen, buiten ergens. Nu zullen ze dat een andere dag moeten doen en vanavond zal het ook niet gaan zoals ze willen… Daar zullen ze niet blij mee zijn.’
‘De vrouw die gevallen is, was de fotograaf voor deze dag.’ legde de manager uit aan Fleur.
‘Hebben ze geen reservefotograaf?’ vroeg Fleur verbaasd.
‘Ze wilden alleen haar.’ De vrouw schudde haar hoofd.
‘Heeft zij niemand die haar kan overnemen? Elke goede fotograaf heeft iemand die haar kan overnemen.’
‘Deze niet.’ De vrouw zuchtte weer. ‘Oh, hoe moet ik ze dit nu gaan vertellen?’
‘Wat moet je ons vertellen?’ In de deuropening tussen de hal en de zaal aan de zijkant, waar je doorheen moest lopen om bij de achterste zaal te komen, verscheen een man in pak.
‘Julian?’ Fleur keek hem verbaasd aan. De man die ze de afgelopen tien jaar maar een enkele keer had gezien was niet veel veranderd. Op de middelbare school hadden ze jarenlang bij elkaar in de klas gezeten en hoewel Fleur en hij nooit beste vrienden waren geworden, hadden ze het altijd goed met elkaar kunnen vinden.
De man keek een halve seconde verbaasd, maar glimlachte toe. ‘Fleur. Dat is lang geleden.’
‘Inderdaad.’ Fleur glimlachte ook. ‘Hoe is het met jou?’
‘Heel goed. Ik ben gelukkig getrouwd.’ Hij keek naar de klok. ‘Al bijna twee uur.’ Toen keek hij naar de vrouw die tegen de balie aan leunde. ‘Ik ben alleen heel benieuwd wat jij ons moet vertellen.’
‘Ehh…’ De vrouw aarzelde even. ‘De fotograaf is naar het ziekenhuis.’
Julian keek haar vragend aan. ‘En ze komt niet meer terug?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ze heeft haar enkel gebroken.’
‘Dat meen je niet.’ zei Julian.
‘Helaas wel.’
‘Maar er zijn nog geen foto’s gemaakt. Dat gaat ze niet leuk vinden…’ Hij had het over zijn kersverse vrouw. ‘Kan je niemand anders regelen?’
‘Larissa wilde alleen deze fotografe.’ zei de vrouw. ‘Er is niemand anders.’
‘Ik ken wel iemand.’ Fleur keek even veelbetekenend naar haar manager. ‘Maar die moet vandaag al werken.’
‘Die mag de rest van de dag vrij nemen.’ De manager glimlachte. Ze wist dat ze voor vanavond nog een ander personeelslid kon regelen, maar het belangrijkste voor haar was de klantvriendelijkheid van het bedrijf en ze wist dat ze hiermee zeker punten kon scoren.
Fleur keek naar Julian. ‘Ik ben fotografe. Als je wil dan kan ik foto’s maken.’
‘Jij?’ De vrouw keek verbaasd naar Fleur, die in haar werkkleding, op gympjes en met haar haren vastgebonden er niet uitzag alsof ze een professionele fotograaf was.
Julian kende Fleur nog en had meteen vertrouwen in haar. ‘Zou je dat willen doen?’
Fleur knikte. ‘Als je vrouw dat goed vindt.’
‘Dat gaat ze nooit goed vinden.’ De vrouw keek naar Julian.
‘Wel als ik haar vertel dat de andere fotografe hier niet meer is.’ zei Julian.
‘Wat is er aan de hand?’
Fleur herkende de man die achter Julian was verschenen ook. Ze had kunnen weten dat hij aanwezig zou zijn bij Julians bruiloft, want al voor de middelbare school waren ze goede vrienden van elkaar. Aan het eind van hun eindexamenjaar had Fleur enkele weken, misschien enkele maanden, een relatie met hem gehad, maar omdat ze beiden niet toe waren aan een serieuze relatie en in andere steden gingen studeren, hadden ze het uitgemaakt. Fleur had zowel hem als Julian nog weleens gezien in een kroeg in de stad, maar ze had hen nooit meer gesproken.
‘Fleur?’ Hij keek verbaasd naar Fleur.
‘Hoi.’ Fleur glimlachte.
‘Wat is er aan de hand?’
Julian draaide zich om naar Ivo. ‘De fotografe ligt in het ziekenhuis, maar Fleur neemt het van haar over.’
‘Echt waar?’ Ivo keek even verbaasd naar Fleur. ‘Wat leuk.’
De vrouw, die nog steeds tegen de balie aan leunde, keek naar de bruidegom. ‘Ik vind het prima, maar jij mag het aan je vrouw gaan vertellen.’

Verder lezen